Het onze Vader

Het onze Vader hoort bij de Bergrede.

Lezen Mattheüs 6 : 1-13

Net zoals de ‘Zaligsprekingen’ bij de Bergrede horen, zo hoort ook het ‘Onze Vader’ bij de Bergrede. Het gebed maakt deel uit van de redevoering, die begint in Mattheüs 5 en doorgaat in Mattheüs 6. In het Lukas-Evangelie maakt het onze Vader geen deel uit van de Bergrede. Dat wil overigens niet zeggen dat het Gebed niet uit de Bergrede geciteerd zou zijn en dus afkomstig is van dezelfde gelegenheid. Maar als je alleen Lukas zou lezen, zou je niet weten dat het ‘Onze Vader’ deel uitmaakt van de Bergrede. Bij Bijbelstudie moet je dan ook altijd Schrift met Schrift vergelijken.

Niet voor ons bestemd

Sommige mensen zeggen dat de Bergrede niet op ons van toepassing is, maar voor de volgende Bedeling bestemd is. Dat het regels zijn van het geopenbaarde Koninkrijk straks. (zie ook de studie ‘de Bergrede’) En dat het Onze Vader daarom ook niet voor ons bestemd zou zijn. Die gedachte is dus ontleend aan het idee dat heel de Bergrede niet voor ons is. Er zijn ook mensen die zeggen dat alles wat in de Evangeliën staat, geen leerstellige gevolgen heeft voor onze Bedeling, maar alleen voor de volgende Bedeling. Voor het geopenbaarde Koninkrijk van Christus.

Geen discussie

Onze Vader, Die in de hemelen zijt!

Waarschijnlijk heeft geen enkele gelovige wat tegen deze woorden in te brengen. Het is in feite ook een wens. Er zal geen discussie zijn of God eigenlijk wel onze Vader is en of Hij wel in de Hemel woont. Hier hoeven we geen problemen mee te hebben.

Psalm 103
13 Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen.
(= ontzag hebben voor, zich onderwerpen aan)

19 De HEERE heeft Zijn troon in de hemelen bevestigd, en Zijn Koninkrijk heerst over alles.

Mattheüs 7
11 Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven dengenen, die ze van Hem bidden!

Het geopenbaarde Koninkrijk komt pas in de (nabije) toekomst

Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde

Hier kunnen problemen ontstaan. Dat Koninkrijk dat komen zal, komt toch pas in de toekomst? Omdat wij weten dat het geopenbaarde Koninkrijk in onze dagen niet komt, kunnen wij dit dus niet bidden?! Wij weten dat God dit gebed vandaag toch niet zal verhoren, het geopenbaarde Koninkrijk komt immers pas als de Gemeente is opgenomen. Zo lang wij nog op aarde zijn, is dit geen gebed naar Zijn Wil. Dus niet voor ons?!

Geen specifieke Gemeentelijke Waarheden

In het gebed staan inderdaad geen specifieke Gemeentelijke Waarheden. Gemeentelijke Waarheid is Waarheid die wél op ons van toepassing is, maar niet van toepassing zal zijn ná de Opname van de Gemeente. Neem bijvoorbeeld wedergeboorte. Dat is dat iedereen die gelooft, een kind van God wordt. Dat is géén specifieke Gemeentelijke Waarheid. Straks zal men ook wedergeboren worden, als men gelooft, maar toch niet toegevoegd aan de Gemeente.

Vooroordeel

Maar belangrijke onderdelen van de tegenwoordige Waarheid zijn pas van toepassing sinds de Opstanding van Christus. Pas sinds Zijn Opstanding zijn er zaken als wedergeboorte en de Heilige Geest ontvangen en gerechtvaardigd zijn voor God en Erfenis ontvangen. Dit zijn Nieuw Testamentische Waarheden en deze vinden we ook terug in de Evangeliën. Die zijn immers geschreven ná de Opstanding van Christus. Deze vinden we ook aangekondigd in het Oude Testament. Het is dus een vooroordeel om te zeggen dat er in de Evangeliën niks staat over onze huidige Bedeling…

Het Nieuwe Testament gaat niet automatisch over de Gemeente

Het is misschien even zoeken, maar niet persé moeilijk, om in de Evangeliën specifieke Gemeentelijke Waarheid te vinden. We kennen die Waarheden, dus dat maakt het zoeken eenvoudiger. Ook de woorden en leringen van de apostel Paulus zijn rechtstreeks ontleend aan de Woorden van de Heere Jezus. Alleen bracht de Heere Jezus deze Woorden in bedekte termen. Paulus had de opdracht deze openbaar te maken. (zie ook de studie Efeze) Al die Nieuwtestamentische Bijbelboeken zijn weliswaar Nieuwtestamentisch, maar dat betekent niet dat ze automatisch gaan over de Hemelse Roeping, Erfenis en bestemming van de Gemeente als zodanig. Dat is niet het geval.

Te laat

Efeze 2
5 Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden),
6 En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus;

In sommige Bijbelboeken ontbreekt het helemaal aan specifieke Gemeentelijke Waarheid. Daarmee zijn deze Bijbelboeken uitermate geschikt voor de toepassing in de volgende Bedeling. De volgende Bedeling begint bij de Opname van de Gemeente. Het Koninkrijk van Christus zal dan op aarde geopenbaard worden. Als men echter ná de Opname de Efeze-brief zou lezen en bestuderen, zal men erachter komen dat het te laat is om tezamen met de Heere Jezus Christus in de Hemel gezet te worden.

Profetieën vervuld

Net zoals er in onze tijd ook al Oudtestamentische profetieën zijn vervuld. Met de Brief van Jakobus zal men straks absoluut geen enkele moeite hebben. Deze Brief is volledig toepasbaar op de volgende Bedeling. Jakobus spreekt helemaal niet over de Gemeente, maar wel over de Erfenis en Roeping en Bestemming van de gelovige, wedergeboren mensen. Dat zijn zaken die in het algemeen gelden voor iedere Nieuwtestamentische gelovige, wélke Bedeling dan ook…

Bedelingen kunnen elkaar in Brieven overlappen

Sommige Brieven zijn dus specifiek geschikt voor een toekomende Bedeling. Andere Brieven zijn daar minder geschikt voor. Meestal zijn de Paulinische Brieven meer van toepassing op onze vijfde Bedeling. De Bedeling der Verborgenheid, oftewel de Bedeling der Genade. En als men in de volgende Bedeling het Evangelie zou moeten uiteenzetten en verklaren, dan zal men vast lezen in de Romeinen-brief.

Het Nieuwe Verbond is een eeuwig Verbond

Feit blijft dat men tot aan de Jongste Dag aan toe wedergeboren wordt door geloof en daarmee behouden is. Daarmee wordt men ook straks geplaatst onder het Nieuwe Verbond. Het eeuwige Verbond. De Heerschappij van de Genade. Dit is in werking getreden door de Opstanding van Christus en geldt dus voor beide Bedelingen.

Koninkrijk der Hemelen

Uw Koninkrijk kome

Aangezien het Koninkrijk op aarde pas zal komen in de toekomst, leven wij dus nog niet in dat Koninkrijk, is de redenering. Dat is een misverstand. Het Koninkrijk zal pas in de toekomst op aarde geopenbaard, oftewel zichtbaar zijn. Dat neemt niet weg dat wij, als gelovigen, nu al deel uitmaken van dat Koninkrijk der Hemelen! Wij zijn in dat Koninkrijk geplaatst, het is nu alleen (nog) niet op aarde. Geestelijk zijn wij getrokken uit deze wereld en overgezet in de Hemel. Onze oude vleselijke natuurlijke mens leeft echter nog hier op aarde. (zie ook de studie ‘Buiten de wereld’)

Kolossenzen 1
13 Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk
(Koninkrijk der Hemelen) van den Zoon Zijner liefde;
14 In Denwelken wij de verlossing hebben door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden;

Filippenzen 3
20 Maar onze wandel is in de hemelen
(Koninkrijk der Hemelen), waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus;
21 Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat hetzelve gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven kan onderwerpen.

Met Hem overgezet in het Hemelse Koninkrijk 

Romeinen 6
4 Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop
(doordrenging) in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden.
5 Want indien wij met Hem een plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding;

Kolossenzen 2
12 Zijnde met Hem begraven in den doop
(in de dood), in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft.
13 En Hij heeft u, als gij dood waart in de misdaden, en in de voorhuid uws vleses, mede levend gemaakt met Hem, al uw misdaden u vergevende;

Wij zijn met de Heere Jezus Christus gestorven en opgewekt en wij hebben met Hem een plaats gekregen in de Hemel. Het Koninkrijk der Hemelen, waar wij geestelijk nu al deel van zijn, zal Zich straks uitbreiden naar de aarde. Wij kunnen dus gewoon bidden ‘Uw Koninkrijk kome’. Het is toch ook ónze wens dat dit Koninkrijk straks zichtbaar zal zijn op de aarde?!

Geopenbaarde Koninkrijk

Ja, natuurlijk is ‘Uw Koninkrijk kome’ straks actueler en makkelijker op te vatten. Hoewel degenen die in de volgende Bedeling daadwerkelijk geloven in het Woord van God ook heus wel weten dat het Koninkrijk geopenbaard is. Dat is dan immers volop bezig zich uit te breiden, dus waarom zouden zíj er dan voor bidden?!

Openbaring 21
10 En hij voerde mij (Johannes)weg in den geest op een groten en hogen berg (type van het Hemelse Koninkrijk), en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit den hemel van God. (De nederdaling van het Nieuwe Jeruzalem, is een beeld van de nederdaling oftewel uitbreiding van het Koninkrijk uit de hemel naar de aarde)

Geen twijfel

Het uitspreken van een bepaalde wens, ook in een gebed, hoeft niet persé te betekenen dat wij er anders aan twijfelen of het wel vervuld zal worden. Integendeel. Als wij bidden; ‘Heere wilt U in ons midden zijn?’, dan betekent dat toch niet dat we eraan twijfelen óf Hij wel in ons midden is? Dat betekent toch niet dat wij denken dat we daar persé om moeten bidden, omdat Hij anders niet in ons midden zal zijn?

Wij zijn afhankelijk van God de Vader

Het feit dat we erom vragen, is geen teken van ongeloof. Het is een uitdrukking van onze afhankelijkheid van Hem. Wij zijn afhankelijk van Gods Beloften en ons geloof daarin. Als wij Hem bijvoorbeeld bidden om Kracht willen wij daarmee benadrukken dat wij vertrouwen op het feit dát Hij ons Kracht geeft! Net zoals het feit dat de meeste mensen al brood op de plank hebben als zij bidden: Geef ons heden ons dagelijks brood.

Alle Woorden zijn van toepassing op de volgende Bedeling

Het is heel gemakkelijk om het gebed te verklaren binnen de context van een volgende Bedeling. Dat is ook heel terecht. Waar het om gaat in de Bergrede, en ook in de prediking van Johannes de Doper, en de Heere Jezus, is de gedachte dat het Koninkrijk voor de deur staat. Het zou binnen afzienbare tijd aanbreken. Ná de Opname van de Gemeente is dat weer heel actueel. Daarom zijn al deze Woorden in hun volle betekenis weer van toepassing in de volgende Bedeling.

 LEES VERDER IN DE PDF HET ONZE VADER_pdf

Het onze Vader

Het onze Vader

Reageren