Pinksteren, de toespraak van Petrus

Pinksteren; de toespraak van Petrus. Met Pinksteren wordt er vaak stilgestaan bij wat er met de apostelen gebeurde die dag. De tongen van vuur die op hen zaten, en het spreken in allerlei talen. Minder vaak wordt er met Pinksteren stilgestaan bij de toespraak van Petrus. Terwijl het natuurlijk belangrijk is om te bestuderen wat Petrus nou daadwerkelijk zei in zijn betoog, op die eerste Pinksterdag.

Waar het hart vol van is, loopt de mond van over

Het is belangrijk om te kijken wat de Geest door de mond van Petrus kenbaar wilde maken. Waar gaat de toespraak van Petrus over? De Heilige Geest woont in ons hart en waar ons hart vol van is, daar loopt onze mond immers van over! Als de Geest van God vaardig wordt over een gelovige, dan begint deze te spreken over Christus.

Gij zult ook getuigen

Johannes 15
26 Maar wanneer de Trooster (de Heilige Geest; de onzienlijke Christus) zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen.
27 En gij zult ook getuigen, want gij zijt van den beginne met Mij geweest.

‘En gij zult ook getuigen’, geldt niet alleen voor Petrus, maar ook voor ons! Want de Geest woont in ons en daarom zal Hij in en door ons het Woord van God voortbrengen. Er staat niet; gij moet getuigen, maar er staat; gij zult getuigen. Want dát is wat er gebeurd als wij de Geest Zijn Werk laten doen. Het is geen verplichting en het komt niet van onszelf. Het getuigen gebeurt automatisch.

Redevoering van de Apostel Petrus;
lees Handelingen 2; 14-39

Verklaring aan de hand van de Schriften

Petrus verklaart de menigte, aan de hand van de Schrift, en geïnspireerd door de Geest, wie de Heere Jezus Christus is, en wat er nou feitelijk gebeurd was. Petrus haalt daarbij drie verschillende delen van het Oude Testament aan. Hij citeert uit de profetie van Joël 2, daarna een groot deel uit Psalm 16 en ook nog een gedeelte uit Psalm 110.

Wijn is een beeld van de Heilige Geest

Petrus geeft hier niet zijn eigen verhaal van de gebeurtenissen. Hij zegt niet: ‘ik denk dat….’ of ‘ik vind dat zus en zo…’ Nee, hij houdt zich vast aan het Woord van God. Hij laat de Geest spreken. Hij geeft ook nog een verklaring aan de menigte, dat de apostelen niet dronken zijn, ook al lijkt dat misschien zo. Maar de menigte zit er niet zo geweldig ver naast, want wijn is in de Bijbel een beeld van de Heilige Geest. Wijn is een beeld van het nieuwe Leven dat, met Pasen, door Wedergeboorte tot stand is gekomen. Het nieuwe Opstandingsleven. En in dat nieuwe Opstandingsleven is de Heilige Geest uitgestort. Petrus neemt de moeite dit uit te leggen aan de hand van de profeet Joël.

Efeze 5
18 En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met den Geest;

De profeet Joël

Joël 2
28 En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien;
29 Ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten.
30 En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren.
31 De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt.
32 En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen.

Handelingen 2

Handelingen 2
17 En het zal zijn in de laatste dagen, (zegt God) Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden zullen dromen dromen.
18 En ook op Mijn dienstknechten, en op Mijn dienstmaagden, zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten, en zij zullen profeteren.
19 En Ik zal wonderen geven in den hemel boven, en tekenen op de aarde beneden, bloed en vuur, en rookdamp.
20 De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat de grote en doorluchtige dag des Heeren komt.
21 En het zal zijn, dat een ieder, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden.

De volledige vervulling van Joël twee vindt plaats in de toekomst

Hierboven staat de tekst uit Joël 2 en uit Handelingen 2 onder elkaar. Petrus zegt op die Pinksterdag trouwens niet dat het de volledige vervulling van Joël 2 is. Joël 2 moet namelijk nog worden vervuld in de toekomst. Dat hangt samen met de bekering van Israël aan het einde van de zeventigste week van Daniël. (zie studie ‘de zeventigste Jaarweek’) Als Israël straks de Naam van de Heere aanroept, dan zal bij Wederkomst van de Heere, de Geest over haar uitgestort worden. Petrus citeert Joël 2, omdat het dezelfde gebeurtenis is die zich hier afspeelt. Namelijk de werking en de inspiratie van de uitgestorte Geest.

Ieder die de Naam van de Heere aanroept, zal behouden worden

Handelingen 2
21 En het zal zijn, dat een ieder, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden.

De strekking van de prediking van Petrus, is een oproep aan iedereen, om zich te bekeren. Bekeert u en laat u dopen. (zie studie ‘de Bijbelse betekenis van de doop’) Petrus zegt tegen de menigte dat ‘al wie de Naam van de Heere aanroept, zalig zal worden’. Zalig worden is gered worden. Zalig worden, is behouden worden, oftewel eeuwig leven ontvangen. En datzelfde staat in Joël twee; ‘En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden’. Ook Paulus haalt later, bij de Romeinen, exact hetzelfde vers uit Joël aan.

Romeinen 10
13 Want een ieder
(iedereen), die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.

Wedergeboorte

Want iedereen die in geloof de Naam van de opgestane Christus aanroept, is op dat moment wedergeboren. En bij wedergeboorte, oftewel het moment dat je tot geloof komt, komt de Heilige Geest in je wonen. Daar hoef je verder niks voor te doen; alleen geloof is genoeg. Bij wedergeboorte ben je, tezamen met Christus, een nieuw schepsel. Je behoort dan tot de nieuwe Schepping. Christus is de Eerstgeborene van die nieuwe Schepping. En dat nieuwe opstandingsleven, kent geen dood. Dat is eeuwig leven..

Alleen door geloof gerechtvaardigd

Wij hebben bij onze wedergeboorte, de Geest van God ontvangen. Dus iemand die tot geloof komt, hoeft niet te wachten op de Heilige Geest. Iedereen die het Evangelie hoort en het vervolgens gelooft, is vanaf dat moment verzegeld met de Heilige Geest der Belofte. Al in het Oude Testament werd dit beloofd. Die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. Daarom heeft God een weg tot behoud geopend voor iedereen die gelooft. Dat was ook al zo in de dagen van Abraham en in de dagen van Joël. Alleen op grond van geloof is men gerechtvaardigd voor God. Op grond van geloof is men, in Christus, verzoend met God.

Wederkomst van de Heere Jezus Christus

Joël 2
31 De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt.

Handelingen 2
20 De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat de grote en doorluchtige dag des Heeren komt.

Door Joël wordt gezegd dat al deze dingen zullen gebeuren op de Dag des Heeren. En Petrus herhaalt dit in zijn toespraak. De Dag des Heeren is geen zondag. De Dag des Heeren is de Dag van de Wederkomst van de Heere Jezus Christus. Het is de aanvang van het Messiaanse Koninkrijk. Het Messiaanse Koninkrijk wordt ook wel Vredesrijk of geopenbaard Koninkrijk van de Heere Jezus Christus ofwel het duizendjarig Koninkrijk genoemd.

De Dag des Heeren

De Dag des Heeren is de periode waarin de Heere komt oordelen en regeren. Dag impliceert licht en daarmee oordeel want dingen worden door het licht geoordeeld, beoordeeld, veroordeeld, danwel bestraft. Ook in het Nederlands is het woord ‘dag’ de aanduiding van oordeel. Denk maar aan ‘dagen en dagvaarden’. Alles op aarde zal Hij oordelen. Dat begint officieel bij Zijn Verschijning op de Olijfberg. De Dag des Heeren is de Dag die nog komen moet, ná de zeventigste Jaarweek. De profetie van Joël is dus nog niet in zijn geheel vervuld.

Zacharia 14
4a En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; 

Koning van een Hemels Koninkrijk

Maar natuurlijk zit de Heere Jezus Christus sinds Zijn Opstanding al op Zijn Troon als Koning en Hogepriester. Aan de Rechterhand van God. Dit Koninkrijk zal geopenbaard oftewel zichtbaar worden in de toekomst, maar aan de andere kant regeert de Heere nú al. In het verborgene. Hij heeft Zich teruggetrokken in de Hemel. Het is een verborgen Koninkrijk der Hemelen. In die zin is de belofte aan Joël vervuld en daarom haalt Petrus deze Belofte ook aan. Het Koninkrijk der Hemelen zal zich straks uitbreiden over de aarde. Wanneer de Heere Zijn Voeten op de Olijfberg zal zetten, begint de Dag des Heeren.

Gij Israëlietische mannen, hoort deze woorden

Petrus vervolgt zijn toespraak met; ‘Gij Israëlietische mannen’. Gij mannen van Israël. Gij mannen die behoren tot het Volk dat God uit Egypte verlost heeft. Petrus confronteert ze daarmee. Het eerste en laatste woord wat Petrus zegt in zijn betoog, is; ‘Jezus’. Hij predikt de Waarheid over de Heere Jezus Christus, Die door God gesteld is tot Heere en Gezalfde. Petrus predikt over Jezus de Nazarener. Jezus de Man van Nazareth. Nazareth betekent ‘gezonden vorst’.

Jezus de Nazarener 

De Nazarener is precies hetzelfde woord als de Nazoreeër oftewel de Nazireër. Het betekent ‘gezonden Vorst’. Nazarener is een verbastering daarvan. Dus de Heere Jezus is niet alleen de Man uit Nazareth maar ook de Vorst door God gezonden. De Man die God een Gelofte heeft gedaan. De Wet op het Nazireërschap wordt vermeld in Numeri 6. Zo brengt ook Hanna, op grond van haar belofte aan God, Samuël voor eeuwig naar de Tempel. Een schitterende geschiedenis om eens te lezen. Je zult in Samuël dan een type van de Heere Jezus Christus en Zijn Lichaam, herkennen. Ook Simson droeg de titel ‘Nazoreeër’ en ook hij was een type van de Heere Jezus Christus.

Numeri 6
2 Spreek tot de kinderen Israëls, en zeg tot hen: Wanneer een man of een vrouw zich afgescheiden zal hebben, belovende de gelofte eens Nazireërs, om zich den HEERE af te zonderen;

Wat moeten wij nou doen??

Petrus predikt alleen over Christus. Hij predikt dat de Heere Jezus nieuw leven heeft ontvangen. Hij vertelt dat God de Heere Jezus tot Heere en Christus heeft gemaakt. Deze Jezus, die zij gekruisigd hebben. De mensen moeten dan zélf vragen; wat moeten wij nou doen?? En Petrus zegt; bekeert u voor vergeving van zonden en laat u dopen en ontvang nieuw leven. Het ontvangen van de Heilige Geest impliceert immers nieuw leven . Dat is de strekking van de boodschap van Petrus.

Voorkennis van zaken

Handelingen 2
23 Dezen, door den bepaalden raad (= plan) en voorkennis Gods overgegeven zijnde, hebt gij genomen, en door de handen der onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood;

Petrus zegt hier dat het Plan van God, Gods Heilsplan, al vaststond. Het was vooraf zo bepaald door Hem. Dit Plan hield onder meer in, dat de Heere Jezus overgegeven zou worden om te lijden en te sterven aan het kruis. Maar het is niet zo dat God Israël vantevoren heeft uitgezocht om Hem te laten kruisigen. God heeft Israël niet daartoe aangezet. Toch stond het in het Oude Testament al vast dat het op deze manier zou gebeuren. Hoe dat kan? Nou, omdat God voorkennis van zaken heeft. Dat zegt Petrus hier.

Geen boosheid

Maar dat wil niet zeggen dat de Israëlitische mannen onschuldig waren. Maar ook zíj zullen zalig worden nadat zij zich bekeerd hebben. Want ieder die de Naam des Heeren aanroept zal behouden worden. Petrus houdt de Israëlitische mannen verantwoordelijk voor de kruisiging, maar uit geen boosheid. Er is niks van rancune in zijn toespraak. Hij doet enkel de oproep; ‘bekeert u’. Keert u tot God. We weten dat ook de Heere Jezus aan het kruis geen boosheid had tegen Zijn broeders die Hem lieten lijden en kruisigden. Hij zei enkel; ‘Vader vergeef het hun, zij weten niet wat zij doen.’

Hij doet alle dingen medewerken ten goede

De Heere weet vooraf wat er komen zal; Hij is al-wetend. De Heere weet van het verloop, en gebruikt dit dan voor Zijn Eigen Doel. Hij doet alle dingen medewerken ten goede. Het is niet Zijn Wil geweest dat Israël Jezus zou nemen en zou kruisigen. Maar door Zijn Voorkennis heeft Hij Zijn Raad , Zijn Plan, bepaalt. Ik moet nu denken aan een Delftsblauw wandbord waarop staat; ‘De mens overdenkt zijn weg, maar de Heere bestiert zijn gang’ … Als je voorkennis van zaken hebt, kun je gebeurtenissen gebruiken om je doel te bereiken. Oftewel; History is Hís story. Prachtig hè!

Lees verder in de pdf Pinksteren; de toespraak van Petrus_pdf

Pinksteren; de toespraak van Petrus

Reageren